Vijf punten die je had moeten weten voordat je aan een spiegelreflex begon

De mythologische spiegelreflex camera, het pinakel der fotografische toestellen. Voor velen is dat nog steeds een heersend idee en de reden om er een te kopen, waarbij het verwachting is dat ze dan automatisch goede foto’s krijgen. Maar wat zijn de zaken die je moet weten voordat je een spiegelreflex camera gaat kopen zodat je daadwerkelijk betere foto’s zal maken. We vroegen Nadine van Schagen naar wat zij graag van te voren had geweten voordat zij haar Canon EOS 1300D had gekocht. Dus bij deze de antwoorden op haar vragen.

Wat is een spiegelreflex camera eigenlijk?

De technologie achter spiegelreflex camera’s is in 1961 gepatenteerd en het gaat eigenlijk om de spiegel en prisma samenstelling waardoor je bij het fotograferen daadwerkelijk door je objectief heen kon kijken om je compositie te maken. Dat is eigenlijk het hele kern van een spiegelreflex. Deze mechaniek, samen met een koppeling waardoor je objectieven kon wisselen, zorgde ervoor dat het een veelzijdige en nauwkeurige camera type werd. Vanaf het digitale tijdperk stond het spiegelreflex nog steeds hoog in aanzien doordat het beeldsensor groter was dan van de gemiddelde compact camera. Tegenwoordig geldt dit nog steeds, al is het verschil in sommige gevallen een stuk kleiner geworden. De voordeel van het moderne ‘spiegelreflex’ systeem zelf ligt in zijn aanpasbaarheid, potentie voor hoge beeldkwaliteit en lange batterijduur. Het ‘spiegel’ gedeelte is echter goed te vervangen door het elektronische zoeker van systeem camera’s, die in nagenoeg alle andere praktische overwegingen gelijk staan aan een spiegelreflex camera.

Wat is het verschil tussen de merken?

Niets en toch net genoeg. In principe zijn er nog twee serieuze merken over die spiegelreflexen maken. Dit zijn Canon en Nikon. Sony en Pentax hebben nog enkele modellen, maar het gaat of om een stervende lijn of een niche op de markt. Wat betreft Canon en Nikon, de verschil zit vooral tussen de modellen dan echt de merken. Ja, beiden hebben bepaalde kenmerken die voor sommige type fotografen net wat beter liggen, maar in de grove lijnen is dat te verwaarlozen als je net begint. De grootste verschil zal dan nog in het knoppen lay-out liggen en de kleurspectrum van de standaard foto. Ze hebben een andere wijze van kleur beheer bij het verwerken van de foto, maar dit geldt voor elke merk. Voor beide merken zijn er genoeg objectieven, toebehoren en meer te krijgen. Waar je echt over na moet denken is in welke klassement camera je gaat investeren. Beide merken hebben instap, consument, semi-prof en professionele camera’s*.  Instap is zelden aan te raden, aangezien daarbij de camera dermate gestript is qua specificaties dat het vaak tot teleurstellende momenten kan leiden zodra je de camera in een wat moeilijkere situatie wil gebruiken. Het consumenten segment is prima om te beginnen, je krijgt een camera die in veel situaties capabel genoeg is, een fijner bediening heeft en vaak nog extraatjes heeft zoals een kantelbare scherm om je leven wat makkelijker te maken. Consumenten spiegelreflex camera’s zijn veelal goed te vervangen zijn voor systeem camera’s waarbij je voor een soortelijke prijs vaak nog net wat meer camera krijgt. Semi-professionele camera’s zijn een stuk robuuster en lenen zich veel meer voor handmatige bediening en hebben veel uitgebreidere afstel mogelijkheden voor verschillende situaties. Het scherpstel systeem is veel sneller en uitgebreider en de camera registreert veel meer informatie tijdens het fotograferen. Uiteindelijk kom je in het professionele segment waarbij de camera’s uitgesproken voor een bepaalde doel zijn gemaakt. Dit zijn camera’s waarbij de fotograaf volledig in controle wil zijn en ten alle tijden op zijn apparatuur wil kunnen vertrouwen.

Het segment aanduiding van Canon en Nikon in grove lijnen:

Canon:
xxxx – instap
xxx – consument
xx – semi-prof
x – prof

Nikon:
 3xxx – instap
5xxx – consument
7xxx – semi prof
xxx of x – prof

*Een Professionele camera heeft trouwens niets te maken met of je wel of geen geld vraagt voor je fotografie, het heeft te maken met de eisen die je stelt aan de camera in bediening, betrouwbaarheid en beeldkwaliteit. 

Wat is de toepassing van een spiegelreflex?

De moderne spiegelreflex camera is een modulair systeem die aan te passen is naar verschillende verschillende manieren van fotograferen. Van natuurfotografie in de meest ongure omstandigheden tot absolute controle in de studio. Er is voor elke doeleind een samenstelling van randapparatuur te vinden een spiegelreflex body capabel te laten zijn. De kracht van spiegelreflex (of systeemcamera’s) haal je uit specialisatie voor het moment. Je kan alle kanten op qua objectieven, flitsers, adapters en meer. Zo kan je de zelfde camera body binnen enkele handelingen voor de meest uiteenlopende toepassingen inrichten als je de juiste accessoires hebt. Dit betekent wel dat je rekening moet houden met de vervolg investeringen die nog zullen komen als je je camera optimaal wil benutten. Een van de meest prominente wijze waarop een spiegelreflex ontkracht wordt is door het gebruik van all-round objectieven bijvoorbeeld. Dit zijn objectieven die een bereik hebben vanaf een groothoek naar tele. Dit soort objectieven zijn zelden van goede kwaliteit, je verliest helderheid, scherpte, kleuren in het beeld.

Wat is de rol van objectieven?

Die is ontzettend groot. De camera is slechts het registrerende kastje en het objectief bepaalt het beeld. Bij het vorige blok hebben we het al een beetje aangehaald, maar we benadrukken het nogmaals: JE OBJECTIEVEN ZIJN HET BELANGRIJKST! Khm… en nu iets subtieler. Je objectieven bepalen je beeld, maar er zijn meerdere factoren waar je rekening mee moet houden.

Je hebt je diafragma en brandpuntsafstand die op papier het belangrijkste zijn. Je diafragma bepaalt de hoeveelheid licht die je camera binnen kan komen en het scherpte-diepte veld. Diafragmering bepaalt de hoeveelheid licht wat de camera inkomt en heeft daarnaast effect op het scherptediepte veld. Dit gebeurt door de opening waar het licht doorheen moet in het objectief te vergroten en te verkleinen. Bij een kleinere diafragma opening komt er minder licht binnen en wordt het scherpte veld groter. Diafragmering wordt aangegeven in f-stops of T-stops. F-stop geeft aan hoe groot de diafragma opening is en T-stop is de gemeten lichtwaarde bij de sensor. De T-stop aanduiding zal je minder snel tegenkomen in fotografie. De diafragma waarde wordt op de volgende manier aangegeven ‘f/1.8’ en de reguliere reeks loopt zo:

1.4 – 2.0 – 2.8 – 4- 5.6 – 8 – 11 – 16 – 22

Elke stap wordt een stop genoemd en betekent een verdubbeling of halvering van het doorgelaten licht. Vaak kan je ook instellen dat je in halve of in derdes van een stop wilt werken. Hoe groter het getal, hoe kleiner de diafragmaopening is. Diafragmering is bepalend voor het scherptediepte veld. Bij een grote diafragma opening, dus een lage f/ waarde, heb je een smalle scherpte veld en bij een kleine opening, hoge f/ waarde, een brede scherpte veld. Zo gebruik je een laag diafragma bij portretten om de oren onscherp te houden terwijl de ogen scherp zijn en een hoge om bij een landschap zo veel mogelijk scherp te krijgen. De sensor formaat en afstand naar het onderwerp heeft ook effect op die veld. Als je verder weg staat dan zal het scherpteveld ook breder worden en bij grotere sensoren weer smaller. Hou er rekening mee dat de meeste objectieven op hun uiterste diafragma-waardes minder goed presteren in scherpte. 

Het brandpuntsafstand van een objectief bepaalt zijn beeldhoek en daardoor zijn bereik. Het bereik van objectieven is onderverdeeld in een aantal klassementen. Als algemene maatstaf voor de aanduiding van objectieven voor diverse sensor maten wordt het bereik teruggerekend zodat het overeenkomt met het bereik op een full frame camera. 

Fisheye: Dit zijn objectieven onder de 14mm. Ze hebben een zeer wijde beeldhoek en een uitgesproken vertekening. Ze worden ook gekenmerkt doordat het frontelement erg bol is. Fisheye objectieven worden meestal gebruikt in situaties wanneer die vervorming een dramatische effect geeft of als je die extreem grote hoek nodig hebt. Denk hierbij aan sport, concert, landschap, woningfotografie of artistieke foto’s.

Groothoek: Dit zijn objectieven vanaf 14mm tot ongeveer 50mm. De beeldhoek van zulke objectieven is groter dan wat wij met onze eigen ogen waarnemen. Groothoek objectieven worden veel gebruikt in situaties waarbij je meer in beeld wil brengen dan wat je met je eigen perspectief kan zien. Groothoek objectieven kunnen voor nagenoeg elke genre gebruikt worden. Voor portrettering is het echter niet ideaal vanwege de beeldcompressie eigenschappen.

Standaard: Dit zijn 50mm objectieven. Dit komt overeen met het beeldhoek van onze eigen ogen (op een full frame camera dan). Dit soort objectieven worden veel gebruikt om je onderwerp in een natuurlijk voelende beeldkader te zetten.

Licht tele: Objectieven tot 300mm. Dit zijn objectieven met een kleine beeldhoek die veelal wordt gebruikt om dingen dichterbij te halen. Het bereik is nog niet extreem ver weg en dit zijn vaak nog relatief kleine objectieven die soms nog lichtsterk gemaakt kunnen worden. Dit soort objectieven kunnen ook goed gebruikt worden voor portret en product fotografie omdat ze door hun beeldcompressie een prettige effect geven.

p.s. : koop alsjeblieft nooit het objectief op de foto – Tamron 70-300mm f/4-6.5 Di LD

Tele: Objectieven boven de 300mm. Boven de 300mm worden objectieven vaak een flink stuk groter en zwaarder. Het verschil tussen de winst in bereik wordt steeds kleinere naarmate het aantal mm stijgt. Dit soort objectieven worden vaak gebruikt om dingen die echt ver weg zijn dichter bij te halen. Denk maar aan sport of vogels- en vliegtuigspotten. Met een beetje fantasie kan het ook goed gebruikt worden voor portret fotografie bijvoorbeeld.

Als je echt de diepte in duikt dan zal je merken dat objectieven die op papier de zelfde eigenschapen hebben een heel andere soort beeld op zullen leveren. Ze kunnen onder andere varrieren in hun contrast, kleuren, scherpte en het verloop van scherpte.

Voor meer informatie over objectief keuzes kan je verder lezen bij deze artikelen:
Brandpunt en het gezicht
De leugen van de 50MM, ofwel de waarheid van crop
Brandpunt en locatie portret

Wat is zijn in hemelsnaam al die instellingen voor?

Bij elke camera kom je een bak aan instellingen tegen en des te hoger je in het klassement komt, des te meer diepte instellingen je voor je kiezen krijgt. Fotografie is gebaseerd op controle nemen en op de camera heb je daar altijd een aantal instellingen voor. Te beginen bij de opname modusen. Naast de automatische stand hebben de meeste camera’s een aantal andere opnamestanden. Hierbij wordt er niet gedoeld op de sport-, sneeuw- of portretstand. Dat zijn nog steeds volledige automatische standen die alleen voorkeuren hebben voor hoge sluitertijden of lage diafragma. Het gaat om de semi-automaat standen en de manual stand.

Programma stand: De sluitertijd en diafragma wordt volledig door de camera berekend, maar het is wel beïnvloedbaar. Zo kan je onder andere de belichtingscompensatie doorvoeren en de ISO-waarde, witbalans aanpassen.

Diafragma voorkeur: Je bepaalt zelf het diafragma en de camera berekent de sluitertijd. Dit wordt meestal aangegeven als AV of A. Dit staat voor Aperture.

Sluitertijd voorkeur: Je bepaalt zelf de sluitertijd en de camera berekent de sluitertijd. Dit wordt meestal aangegeven als TV of T. Dit staat voor Time.

Manual: nu mag je het lekker helemaal zelf gaan uitzoeken en bepaal je zelf alle instellingen. Deze stand biedt je de meeste controle over de camera. Dit wordt aangegeven als M.

De basis instellingen voor het belichting zijn ISO, diafragma en sluitertijd. Je krijgt hiernaast nog met het witbalans te maken. Witbalans stemt de kleur registratie van de camera af op die van de lichtbronnen waar je onder staat. De twee andere belangrijke functies zijn je focus afstelling en lichtmeting. Met je focus afsteling bepaal je het gebied waarop de camera scherpstelt. Hoe preciezer je dat gebied kan plaatsen op het gene wat je scherp wil hebben in de foto, hoe exacter het resultaat zal zijn. Het zelfde geldt voor de lichtmeting. Aan de hand van die meet gebied bepaalt de camera in (semi) automatische standen je instellingen. Dit kan een wereld van verschil maken zoals je hieronder kan zien. Voor de rest zijn er veel andere instellingen die je kan vinden, waarbij het vaak vooral om fijn afstellingen gaat of om de diepere functies van de camera zoals flits aansturing of de formattering van de foto bestanden.

Voor meer informatie over instellingen kan je verder lezen bij deze artikelen:
ISO Geïsoleerd
Timen met sluitertijd

Leave a Comment